Vanaf de eind jaren zeventig maakte Nederland kennis met een nieuw muzikaal fenomeen: punk. Follow The Music dook de archieven in en sprak met een aantal betrokkenen uit die tijd om uit te zoeken hoe het in Gelderland er aan toe ging. Deze keer snuiven we de sfeer in Arnhem op.
De Stokvishal
“De Stokvishal, dat was de echte plek voor punkers”, vertelt Egbert Joosten, drummer van de punkband Hirozima Kitz. “In 1977 speelden de Sex Pistols al in de Stokvishal. Als je het rijtje grootheden bekijkt dat daar allemaal heeft gespeeld in die tijd, dan wordt duidelijk dat Stokvishal een grote rol speelde in de punk en de latere newwavescene van Arnhem.”
Een kleine greep uit de namen die in die tijd in de Stokvishal hebben gespeeld onderschrijven dit: Iggy Pop, UK Subs, The Ramones, Blondie. Buiten de buitenlandse namen spelen er ook veel lokale bands. Speedtwins, Die Kripos en Hirozima Kitz uit Arnhem hebben in de Stokvishal opgetreden. Ook de Nijmeegse punkband The Squats heeft er het podium ooit onveilig gemaakt.
Punkdag
Dat punk en de Stokvishal een goed paar vormen blijkt ook wel uit de punkdagen die er worden georganiseerd. Dagen waarop vele lokale en internationale punkbands optreden. Hoewel het binnen een groot muzikaal feest is, hangt buiten de Stokvishal meestal een grote spanning. “Er stond toen buiten veel politie”, vertelt Egbert Joosten. “Mensen werden willekeurig gefouilleerd. Er werd toen in de buurt een parkeergarage gebouwd en daar lagen dus losse stenen. Die werden naar de politie gegooid en dan volgde er uiteraard weer een charge. Mensen zaten dan onder het bloed en werden naar binnen gehaald en verzorgd. Binnen een paar uurtjes was het weer voorbij. Maar in de Stokvishal werd er niet geknokt.”
Groep Bijzondere Opdrachten
Een van de oorzaken waardoor er in Arnhem een opgefokte sfeer heerst, komt niet door de punkscene, maar door de stationering van een speciale politiemacht in Arnhem. De Rijnstad is namelijk de thuisbasis van de Groep Bijzondere Opdrachten (GBO). Het klinkt als een punkgroep, maar de GBO is verre van dat. Eind jaren zestig en begin jaren zeventig wordt de GBO ingezet om de criminelen rondom de Korenmarkt aan te pakken. Na een aantal jaar is de missie geslaagd en is de situatie op het plein weer gestabiliseerd. De GBO blijft echter Arnhem als basis behouden. Een doel heeft deze groep echter niet meer. De punkers worden de nieuwe groep waar de GBO zich op ging concentreren.
“De GBO zat in de tijd achter ons, punkers, aan”, herinnert Egbert Joosten zich. “Ze zagen ons rondlopen als wij bijvoorbeeld posters gingen plakken. Vaak hadden we dan een gummiknuppel in onze binnenzak. Als we dan mee moesten naar het politiebureau en ze haalden die gummiknuppel uit onze leren jassen, dan werden ze helemaal gek. Dan dachten ze dat ze ons in de gaten moesten houden. Wij hadden zelf ook handboeien bij ons, haha. Wat ik zo allemaal vertel, dat zou ik nu niet meer durven. Maar ja, punk was gewoon niet geaccepteerd. Als je gewoon over straat liep, dan werd je vaak door ouderen uitgescholden voor vies werkschuw tuig. Leren jassen, haren in kleuren, emblemen. Dat viel echt op toen.”
Het Hardrockcafé en Het Luifeltje
De Stokvishal is dus een belangrijke ontmoetingsplek van de Arnhemse punkers. Er zijn uiteraard nog meer plekken waar punkers hun heil zoeken. “Helemaal in het begin hingen wij rond bij café De Primeur”, vertelt Merik de Vries. Hij is eind jaren zeventig en begin jaren tachtig een fanatiek punker in Arnhem. ”De Primeur was in feite hoe Het Hardrockcafé eerst heette. Het was een oude rocktempel. Dat café werd toe overgenomen en de nieuwe eigenaar maakte er Het Hardrockcafé van. Dat liep echter van geen meter. Omdat hij geen klandizie had en wel omzet wilde draaien, had hij toch maar die rare punkers in huis gehaald. Uiteindelijk werd de kroeg weer overgenomen en zijn wij toch weer weggebonjourd.”
Uiteindelijk komen de meeste punkers terecht bij café Het Luifeltje. “In eerste instantie kwamen er allemaal acteurs van de toneelschool. En toen kwamen wij”, vertelt Leen Barbier, voormalige gitarist van de Arnhemse punkgroep Speedtwins. “Er is in café Het Luifeltje nooit agressie geweest of zo, maar op de een of andere manier vonden veel mensen toch de sfeer zo veranderd dat zij een andere locatie gingen kiezen”, vult Merik aan. “Commercieel gezien was het geen goede keuze van de eigenaar geweest om ons toe te laten. Wij hadden niet echt veel te besteden. Als er gasten waren die wodka wilden drinken, dan namen ze gewoon een fles wodka mee in de binnenzak. Maar goed, er werd daar wel punk gedraaid.”
Jan Bouwmeester, voormalig zanger van de Arnhemse punkgroep Die Kripos, beaamt het verhaal van Merik en Leen. “Het Luifeltje was echter de stamkroeg van de punkers. Dat was een bruin café van twee oude mannetjes die geen reet te doen hadden. En op een gegeven moment kwamen wij daar binnen met een groep punkers. Daar konden we bier drinken, roken en onze plaatjes draaien en zo werd dat onze kroeg. Dat was echt de plek voor de punkers. En Puck’s Platenshop, vooral in het begin van de punktijd dan, daar luisterden wij dan allerlei plaatjes van nieuwe onbekende punkbandjes.”
Een status aparte: Hotel Bosch
Buiten de bovengenoemde cafés is er in Arnhem een aparte scene rond Hotel Bosch. “In Arnhem en had je de meer politieke punkers en de vrije punkers”, aldus Jan Bouwmeester. ”Bij Hotel Bosch hield men zich bezig met politiek. Wij, de vrije punkers zeg maar, dachten niet na over dingen, wij deden gewoon waar wij zin in hadden. Bij Hotel Bosch waren het de politieke punkers en wij waren meer de feestneuzen. Tussen deze twee groepen was wel strijd.”
“Hotel Bosch was een heel erg politiek gemotiveerde groep armoedzaaiers, in onze ogen”, aldus Merik. “Wij waren ook armoedzaaiers, maar wij gingen feest vieren. Wij hadden een andere insteek. Wij waren iets minder kansloos, hadden allemaal een uitkering en die was in die tijd echt royaal. Daar konden wij prima van leven en plezier mee maken. Wij waren veel provocerender dan zij waren en waren vaak op sensatie uit, al beseften we dat toen niet zo.”
“Ik kan mij wel nog één conflict herinneren”, vervolgt Merik. ”Ik handelde toen ook in bedrukte T-shirts en ik had een enorme partij van die shirtjes met Kernenergie Nee Bedankt gekregen. Toen heb ik de slogan aangepast in Atoomenergie Ja Graag. Op een avond ben ik toen in Hotel Bosch met dat T-shirt gaan rondgelopen. Toen kwam er een klein meisje op mij af met een spuitbus, die wilde dat weer wegspuiten. Ik heb vervolgens die spuitbus afgepakt en heb heel groot Leve Merik op de muur gespoten. Ach, allemaal kwajongensstreken.”
Ook Egbert Joosten heeft dergelijke ervaringen met Hotel Bosch. “Die lui hadden iets tegen ons en dus planden ze een optreden van Hirozima Kitz in op een zondagmiddag. Wij hadden de naam dat wij fascisten waren. Dat was niet zo. Waar ze dat toch vandaag hadden, ik weet het nog steeds niet. Wij liepen natuurlijk ook wel rond met hakenkruizen en dat soort dingen, maar wij waren punkers om te provoceren en niet zoals de skinheads die dergelijk gedachtegoed serieus uitdroegen. We hadden ook hakenkruis-T-shirts gemaakt, puur om uit te dagen Bij dat optreden was geen bier, alleen maar Spa rood. Mensen worden dan toch weer boos.”
Een nieuwe lichting bands
Het lijkt erop dat het, ondanks de aanwezigheid van de GBO, goed toeven is als punker in Arnhem. Toch is het zeker niet alleen maar feesten. Begin jaren tachtig neemt de werkloosheid in Nederland enorm toe en vooral de jeugdwerkloosheid steekt de kop op. Daarnaast woedt de koude oorlog in alle hevigheid. De bom, waar Doe Maar in 1982 over zingt, kan letterlijk elk moment vallen. Althans zo voelt het voor vele jongeren. In dit klimaat ontstaan er in Arnhem een tweede lichting bands zoals Hirozima Kidz en Die Kripos. De meeste leden van deze bands zijn een stuk jonger dan de leden van de eerste generatie bands. Zij zijn niet alleen jong, ze zijn verveeld en hebben schijt aan alles.
Door: Erik Nijsten