In de rubriek De Platenkast gaat Follow The Music op bezoek bij iemand uit de muziekscene om eens in zijn of haar platenkast te neuzen. In deze aflevering Koert van Essen, de drijvende kracht achter Einfach Kurt.
Wat staat er nu op?
“Ik heb zojuist de masters binnengekregen van ons nieuwe album. Het klinkt allemaal erg goed, goed gemixt. Daarvoor was ik Lost In The Dream van The War On Drugs aan het luisteren. Naar die plaat kun je op twee manieren luisteren: je kunt er écht naar luisteren en dan de verschillende lagen in de muziek ontdekken of je zet de plaat op als achtergrondmuziek.”
Is er een bepaald genre waar je het meeste naar luistert?
“Mijn smaak is inmiddels heel breed. Ik heb pas sinds kort een platenspeler dus heel veel platen heb ik nog niet Maar er staat wel van alles tussen. Van Queens Of The Stone Age tot The Kevin Costners…”
En Boney M staat tussen de platen!
“Ja, die heb ik even van mijn ouders meegenomen. Dat is serieus heel goed geproduceerd.”
Maar er komen dus meer vinyl platen aan?
“Ja, maar ik moet mij nu al echt gaan dwingen om even niets te kopen. Het is best prijzig. Binnen een maandje heb ik nu al vijf platen gekocht en dan merk ik toch ook echt wel aan mijn rekening, haha.”
Wat is de laatste plaat die je hebt gekocht?
“Dat is Phantom Radio van de Mark Lanegan Band. Zijn stem is heel cool. Deze plaat is opgenomen met elektronische drums, maar ondanks dat blijft de vibe gewoon echt heel goed. Mark Lanegan heeft heel veel platen gemaakt met andere muzikanten, maar dit is een soloplaat.”
Wat is je allereerste cd of plaat die je zelf kocht?
“Het allereerste bandje dat ik had, was Nirvana volgens mij. Dat had een van mijn zussen gekopieerd van iemand en ik had het weer van haar gekopieerd. De kwaliteit was natuurlijk niet heel goed. Mijn eerste cd heb ik ooit gekregen van mijn ouders. Dat was Peter en de Wolf. Ik heb ook nog twee oudere broers en zij draaiden wel vaker platen zoals Michael Jackson en The Police. Dat was de eerste popmuziek die ik hoorde en die ik cool vond.”
Kocht je vroeger veel cd’s?
“Voorheen luisterde ik vooral via streams. Ik heb ook wel cd’s gehad, maar die heb ik allemaal weer verkocht. Daar zat van alles tussen. Muziek die ik vanaf mijn 15e of 16e al had tot recente albums. Als je daar doorheen bladerde, zou je jezelf afvragen van wie die collectie was, hoor.”
Hoezo?
“Ik heb in mijn jeugd echt heel veel naar hiphop geluisterd. Mijn eerste hiphopplaat was van KRS One. Ook nam ik in die tijd vooral veel bandjes op. Je had toen een radioprogramma waar veel hiphop werd gedraaid. Bands als Gang Starr en A Tribe Called Quest werden dan gedraaid en dat nam ik dan op. Als puber kon ik mij het beste identificeren met hiphop. Niet zozeer de gangsterhiphop, maar meer het melodieuze zoals van The Roots. Pas op mijn 18 of 19e ben ik weer meer naar bandjes gaan luisteren zoals Blur en Red Hot Chili Peppers.”
Is er een bepaalde reden voor jouw veranderende muzieksmaak?
“Ik heb daar zelf wel een verklaring voor. Een zus van mij is overleden toen ik 13 was. Tot die tijd luisterde ik ook naar Nirvana en zo. Na het overlijden van mijn zus merkte ik dat ik die muziek niet meer zo goed kon verdragen. Het raakte mij te veel. Toen ben ik overgegaan naar hiphop. Die muziek raakte mij niet zo op het emotionele niveau omdat er bijna geen nummers over verdriet of depressie gaan. Er zullen wel nummers over die emoties gaan, maar op een ander niveau. Hiphop was voor mij een ultieme vlucht. Zo kon ik naar muziek luisteren die niet de hele tijd op dat verlies drukte. Pas toen ik een jaar of 18 was, kon ik weer luisteren naar muziek die meer emotioneel was. Ik denk dat ik er toen weer klaar voor was. Ik luister nu niet meer naar hiphop. Dit is tenminste mijn theorie over mijn veranderende muzieksmaak. Of het waar is, weet ik niet.“
Kom jij uit een muzikale familie?
“Jazeker. Wij werden door mijn ouders verplicht om een instrument te spelen. Ik ben begonnen met piano op mijn zevende. Ik ben de jongste thuis en iedereen voor mij had al les van dezelfde lerares gekregen. Bij mij zei ze dat ik niet zo muzikaal was…. ha ha!! Ze had toen tegen mijn moeder gezegd dat ik maar beter kon gaan voetballen of zo. Ik heb toen een half jaartje niets gedaan maar daarna ben ik weer begonnen met muziek. Mijn opa en oom speelden toen al accordeon en dat sprak mij heel erg aan. Het bespelen van dat instrument ging als een speer. Er was verder altijd wel muziek bij ons thuis: er was altijd wel iemand aan het oefenen.”
Van piano naar accordeon naar gitaar…
“Op een gegeven moment ben ik overgestapt naar gitaar. Op de accordeon kon ik niet meer de liedjes spelen die ik wilde. Een van mijn broers speelde gitaar en daar speelde ik wel eens op. Die broer zegt altijd dat ik gitaar heb leren spelen in één weekend: ik ging naar zolder om te gaan pingelen en dat ik op zondag al gitaar kon spelen. Dat is niet helemaal waar, uiteraard. Ik heb ook nog een tijdje Spaanse-gitaarles gehad om beter te kunnen tokkelen en spelen. Ook heb ik een tijdje basgitaar gespeeld. Ik speelde toen zelfs in een coverband waarmee wij vaak op bruiloften optraden. Gitaar, piano en accordeon zijn echter de instrumenten waar ik op heb leren spelen.”
“Later ben ik muziektherapie gaan studeren en daar heb ik alle drie de instrumenten kunnen gebruiken. Vooral gitaar en piano dan; de accordeon kwam weer terug toen ik op vanaf mijn 23e in een smartlappenband ben gaan spelen. Dat was de band Trane Met Tuite.“
Wat voor muziek werd er thuis gedraaid?
“Mijn ouders vonden het vooral heel belangrijk dat wij zelf speelden. Er werd, op klassieke muziek na, niet veel gedraaid. Mijn ouders hebben nooit echt geluisterd naar muziek als The Beatles en zo. Het was vooral klassiek en de muziek die wij zelf maakten. Via mijn broers en zussen heb ik dus bands als Nirvana, The Police en Doe Maar ontdekt. Mijn ouders hebben meer gefaciliteerd dat wij allemaal met muziek bezig konden zijn. Dat is natuurlijk ook wel grappig dat op mijn zevende tegen mij gezegd werd dat ik niet muzikaal was, maar dat ik er juist professioneel iets mee doe. Als enige!”
Heb je een plaat die je inspireerde om muzikant te worden?
“Dat was Mule Variations van Tom Waits. Daar kon ik mij mee identificeren. Voorheen maakte ik al muziek, maar dat was niet het soort dat ik eigenlijk wilde maken. De muziek die ik op de radio hoorde, maar ook bands zoals ook The Velvet Underground of Lou Reed, dat soort maakte ik niet. In Tom Waits herkende ik de muziek die ik met mijn accordeon maakte. Dat begon ik dan na te spelen en te zingen. Daarnaast heeft Tom Waits natuurlijk de brakste der brakke stemmen en omdat ik ook een keelstem heb, was dat wat makkelijker voor me. De stem van Lou Reed is ook inspirerend voor mij geweest, net als Nick Cave later. Een paar jaar na het ontdekken van Mule Variation ben ik zelf ook nummers gaan schrijven en gaan ontdekken hoe mijn muziek moet klinken.”
Zijn er muzikanten of bands of muzieksoorten waar je een hekel aan hebt?
“Ik kan eigenlijk altijd wel iets vinden in de muziek, ook al is het niet mijn smaak. Ik vind het mooi als mensen zich kwetsbaar opstellen. Al moet ik wel eerlijk zijn dat ik niet lang naar sommige singer-songwriters kan kijken. Althans, niet langer dan tien minuten. Ik kan mijn aandacht daar gewoon niet bij houden, het is voor mij niet interessant genoeg.”
Heb je ook een guilty pleasure?
“Nee, dat heb ik niet echt. Met de smartlappenband speelden wij heel veel nummers van Andre Hazes en dat vind ik goede muziek. Hij kon ook goed zingen en de teksten zijn zelfs goed. De teksten van BLØF vind ik dan weer wel helemaal niets. BLØF pretendeert poëzie te maken terwijl het dat gewoon niet is. Hazes heeft die pretentie niet en is daarom ‘eerlijk’ . Een zin als “Jarenlang was jij mijn gabber / als een vriend hield ik van jou” is gewoon prachtig. Daar zit geen metafoor in, maar is recht voor zijn raap. Je kunt bij Hazes ook in zijn stem horen dat hij een lastig leven heeft gehad.”
Heb je nog tips?
“Pick Up The Parts van The Kevin Costners vind ik een mooie tip van een lokale band. Ook Courtney Barnett met haar laatste album ‘Sometimes I Sit And Think, Sometimes I Just Sit’ is een echte aanrader.”
Door: Erik Nijsten