In de rubriek De Platenkast gaat Follow The Music op bezoek bij iemand uit de muziekscene om eens in zijn of haar platenkast te neuzen. In deze aflevering Otto Kokke, saxofonist van Dead Neanderthals en MNHM.
De eerste vraag is altijd: ‘wat staat er nu op?’ Maar tot mijn stomme verbazing staat er helemaal geen muziek aan!
“Dat is wel vaker hoor dat er helemaal geen muziek opstaat. Vanmiddag was ik via de computer muziek aan het luisteren. Ik was mijzelf ook aan het voorbereiden voor dit interview, haha… Dus ik heb alle platen keurig opgeruimd.”
Je hebt alleen maar platen?
“Ik heb wel cd’s maar, die zitten al ergens in mapjes in dozen. En naast lp’s luister ik veel via de computer. Vanmiddag had ik een hiphop-middagje en heb Wu Tang Clan en Kendrick Lamar geluisterd.”
Okay, dat is verrassend…
“Soms luister ik naar Death Grips, maar dat is geen ‘echte’ hiphop. Ik was dat vanmiddag aan het zoeken en kwam via internet vervolgens op onder andere Wu Tang Clan uit. Maar dat is echt heel erg jaren negentig muziek! Ik heb naar een band zitten luisteren die twintig jaar geleden er nog wel toe deed, maar nu al een stuk minder relevant is. Daarom wilde ik ook iets van nu horen. Kendrick Lamar was de eerste naam die mij te binnen schoot.”
Dus niet vanwege Kamasi Washington?
“Nee, dat ken ik wel al van Lamar, maar dat vind ik echt verschrikkelijk. Na de succesplaat To Pimp A Butterfly heeft hij nog een plaat uitgebracht: Untitled Unmastered en die heb ik opgezet. Maar ik vind het niet zo goed. To Pimp A Butterfly vind ik aardig, maar meer ook niet. Hoe Lamar daar op vertelt, bijna dichterlijk, vind ik mooi en de plaat is ook heel goed geproduceerd. Maar wat mij dan weer stoort aan die plaat is de “slappe” jazz van Kamasi Washington.”
Kamasi Washington en slappe jazz?
“Het is supergaaf dat Kendrick Lamar een plaat heeft gemaakt met jazzmuzikanten. Alleen is het zo traditioneel Amerikaanse Jazz waarbij de muzikanten alles via de regeltjes doen. Er staat wel altijd free jazz bij maar dat is het écht niet.”
Dus The Epic van Washington is niet Epic?
“Nee ik zou bijna zeggen cheesy. Tik hem erin, slappe hap. Haha, maar dat vind ik nu eenmaal.”
Naar welk genre muziek luister jezelf het meeste?
“Dat is dan toch echt free jazz.”
Kun jij mij als leek eens uitleggen wat is free jazz?
“Het jazz-gedeelte van free jazz is een verwijzing naar de herkomst. ‘Free’ is denk ik het belangrijkste woord. Voor de free jazz heb je wat ik maar even de traditionele jazz noem en die wordt gekenmerkt door regels. Je hebt een akkoordenschema en daar mag je overheen soleren. Het akkoord bepaalt welke noten je mag gebruiken: zo zit die muziek in elkaar. Soms mag je wel een beetje buiten de regels treden, maar dat is eigenlijk niet de bedoeling. Je moet vooral terug naar de juiste toon of het juiste akkoord en daar zijn ook weer allerlei trucjes voor. Het is vrij technische muziek. Naarmate de jaren vorderden, werden de regels ook steeds strakker. Tot eind jaren vijftig begin jaren zestig: op een gegeven moment kwam er een omslag bij een aantal muzikanten. Zij hebben alle regels overboord gegooid. Dat werd het vrije van free jazz: geen regels.”
De Godfather van Free Jazz
“Je hebt een aantal grootheden. Mensen als Albert Ayler, John Coltrane, Ornette Coleman zijn de grote namen die dan naar boven komen. Miles Davis heeft free jazz altijd gemeden. Maar hij heeft de regels ook wel weer versoepeld, bijvoorbeeld door modal jazz te exploreren. Dat is dan weer echt één akkoord of toonladder en doe het daar maar mee. Je moet ook niet vergeten dat in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw jazz en ook de bebob heel populair waren. Lees maar eens iets over die tijd en de muziek en jazz komt altijd wel terug. Dan krijg je altijd dat er mensen zijn die zich tegengehouden voelen en op zoek gaan naar iets anders. En een van die speurtochten mondde uit in de free jazz.”
“John Coltrane is in mijn optiek echt de grootste. Voor de free jazz was hij een van de aanjagers. Heel technisch en bizar goed. Hij heeft zich uiteindelijk ook volledig op de free jazz gestort, Fire music noemde hij het. Hij werd steeds spiritueler en zijn hele leven werd vrijer, zo lijkt het. Niet lang erna overleed hij trouwens.”
“In Europa kreeg je een andere ‘free jazz’ stroming: “free improv”. Omdat wij hier in Europa minder een Amerikaans jazz-verleden hebben, werd het hier veel meer improvisatie en heeft men ook de jazz er uitgegooid. Je krijgt dan mensen als Peter Brötzmann, veel harder, en soms bands die bijna a-muzikale shit maakten. Dat was aan het eind van de jaren zestig.”
Toch klinkt het vaak als “ze doen maar wat”…
“Haha, nou ja in feite is dat ook wel zo. Maar wacht even…”
Otto loopt naar zijn platenkast en trekt er eerst Interstellar Space van John Coltrane uit, maar deze wordt al snel weer terug in de hoes geschoven. Uiteindelijk belandt Live At The Village Vanguard Again! van John Coltrane op de draaitafel.“De evolutie van de free jazz kun je eigenlijk heel goed via John Coltrane volgen. Hij heeft het nummer My Favorite Things van de Sound Of Music gecoverd. Daar is hij eigenlijk nooit mee opgehouden. Tot het einde van zijn carrière speelde hij live bijna twee uur en dan vaak maar twee nummers. Een daarvan was My Favorite Things. Er is een cd-versie van de plaat Live In Japan. Daar duurt dat een uur en hij heeft dat nummer in de loop der jaren vaker opgenomen. Je ziet dan de ontwikkeling naar de free jazz want op het laatst is het nauwelijks meer te herkennen.”
Daarvoor kies je een nummer van The Sound Of Music…
“Ja dat was toen een showtune liedje, een niet een alledaagse keuze, maar hij heeft dat altijd gespeeld. Op de versie op deze live-plaat hoor je af en toe een akkoord, melodie, thema of schema terugkomen, maar voor de rest is het echt: ‘doe maar wat’. Volledige vrijheid. Ze zijn het nummer in de geest aan het spelen. Nauwelijks de melodieën of zo.”
Kom je uit een muzikaal gezin?
“Nee, niet echt. Mijn oom is professioneel muzikant en mijn broer drumde, maar verder niet.”
Werd er veel muziek gedraaid bij jullie thuis?
“Er stond vooral vaak de radio aan en alle jaren tachtig hits ken ik wel. Wij hadden thuis platen van Cliff Richard tot Boney M. maar veel meer was het niet. En toen ik zelf muziek ging luisteren, was het vooral Top 40-muziek uit mijn jeugd. Ik volgde saxofoonles en kreeg ook andere muziek ‘dingen’ mee. Toen ik jaar of dertien was, heb ik heel veel naar blues geluisterd, maar daar was ik op een gegeven moment hélemaal klaar mee. Bah… Ik speel dat nooit meer.”
“Vervolgens ben ik jazz gaan spelen, maar daar had je dus allemaal die regeltjes en daar had ik een hekel aan, vooral de traditionele jazz. Ik snapte al die regeltjes wel en ik kan de traditionele jazz wel doorgronden, maar aan de andere kant heb ik er daarom ook minder mee. Ik wil niet wéten wat er gebeurt, ik wil genieten van muziek en niet kunnen bedenken wat er gebeurt. Daarom vind ik free jazz veel interessanter.”
“Ik heb een broer die meer van de stevigere muziek uit die tijd was. Van Halen, Iron Maiden en de hardere jaren-tachtig-metal zoals Metallica en Slayer.”
Toen kwam de metal in je leven?
“Ja eigenlijk wel een beetje. Maar van de jaren-negentig-metal heb ik mij dan weer volledig afzijdig gehouden. Bands als Sepultura, Pantera: ik ken het wel, maar het heeft nooit echt aangeslagen bij mij.”
Toch is metal juist heel erg van de regels…
“Ja maar dat moet ook wel. Als je met meerdere mensen in een band speelt, moet je wel regels hebben anders kom je altijd uit tot free jazz. Bij MNHM weet ik ook elke noot die ik speel. Alles is gecomponeerd en dat voer je dan uit. In de jazz heb je juist vooral regels voor improvisatie, terwijl dat dus de volledige vrijheid moet geven, wordt het juist weer ingeperkt door regels. Je moet trucjes instuderen en toepassen om van het ene naar het andere akkoord te kunnen gaan.”
Inmiddels is het tijd voor een nieuwe plaat. Het wordt Peter Brötzmann’s European Continental Improv. “Dit was compleet iets nieuws destijds, een ongelooflijk statement”, vervolgt Otto. “Han Bennink speelt er ook op, de Nederlandse drummer.” Hij speelt vaak mee met The Ex. “Ja ,dit is het type improv waar The Ex het vandaan haalt. Hoewel dezelfde instrumenten worden gebruikt als bijvoorbeeld bij Coltrane, is dit heel anders. Veel harder; de muziek weerspiegelt veel meer.”
Wat is je eerste plaat ooit die je hebt gekocht?
“Mijn eerste vrije keuze was een cassettebandje van Alphaville met Forever Young er op. Dat kende ik uit de Top 40. Volgens mij was het dat ook voor een langer tijd. Ik kreeg daarna een cassetterecorder die ik vaak voor de televisie zette en nam daarmee leuke clips op.”
“De eerste plaat die ik echt helemaal zelf betaalde, was volgens mij de eerste plaat van Texas: Southside. Geen idee waarom. Ik heb ‘m ook niet eens meer. Of wellicht ligt hij nog bij mijn ouders. Ik kocht nooit zoveel. Het was vooral tapejes wisselen met anderen en veel jazz- en bluesdingen. En dan vooral saxofoon’gerichte’ muziek, omdat ik dat instrument nu eenmaal speelde. Ik heb zelfs ooit een plaat van Candy Dulfer gekocht. Kun je nagaan!”
De sleutelplaat
“Het saxofoon’gericht’ kopen is doorgegaan tot mijn achttiende. Toen ontdekte ik John Zorn. Dat was een openbaring! Dat vond ik geweldig en stond ook helemaal los van mijn muzieklessen. Het album Naked City bestond uit bekende radioliedjes van ’vroeger’ en dan op z’n Zorns: met grindcore. Echt super! Een andere belangrijke plaat is You Are What You Is van Frank Zappa en heb ik vroeger veel beluisterd. Toen ik ging studeren kwam ook de grunge erbij.”
Zijn er genres of muzikanten waar je een hekel aan hebt?
“Er is heel veel muziek waar ik een hekel aan heb. Maar er zijn twee instrumenten die er bij mij echt niet in gaan. Dat is alles met een accordeon of met steeldrums. Daar kan niets goeds mee gemaakt worden. Mondharmonica komt daar trouwens ook dicht bij in de buurt. Het gaat puur om het geluid van die instrumenten. Nederlandse smartlappen en reggae vind ik ook zo dood als een pier. In de jaren zeventig was reggae leuk en nieuw, maar nu kent iedereen het wel. Er zal vast ergens wel goede reggae gemaakt worden, maar voor mij hoeft het niet meer. Zo ook blues, daar kan ik echt niet meer tegen. En The Beatles.”
The Beatles versus Jazz
“Tja, wat moet ik over The Beatles zeggen… Er wordt gewoon nog te veel op geleund. Er zijn zo veel mensen die nog steeds bij The Beatles blijven hangen. De historische rol erken ik, maar Ob-La-Di,Ob-La-Da kan echt niet. Als je dat niet snapt moet je nog vijftig jaar muziekontwikkelingen gaan luisteren. Daarom is het oppassen met oude muziek: soms kan het gewoon niet meer. Ik heb een flauwe regel voor mijzelf: er mag geen muziek ouder dan tien jaar op mijn telefoon staan…. haha.”
Maar je luister wel naar oude Jazz.
“Dat klopt en daar worstel ik soms wel mee.”
Nieuwe muziek
“Ik kom regelmatig terug op de laatste twee platen van Chelsea Wolfe. Ik denk dat het vooral de sfeer is. The Cure, Sisters of Mercy: daar zit dezelfde soort sfeer in. Eigenlijk is Chelsea Wolfe gewoon een singer-songwriter. Ooooooh, dat kan trouwens ook écht niet, singer-songwriters. Meisjes op gitaren, en te blije jongetjes…. brrr. Dat spreekt mij bij de eerste toon al niet aan. Maar goed, terug naar waar ik naar luister: Liturgy luister ik vaak, hun laatste plaat ”The Ark Work” is echt geweldig, het mooiste van 2015.”
“Ik krijg en koop veel als ik op tour ben. Er ligt een hele stapel Franse vage shit waar ik nog naar moet luisteren. Wij speelden laatst met een Franse band samen en die hadden bijna allemaal eigen obscure labeltjes. Daar heb ik een hele reeks van gekocht. Wel even snel gekeken wat het is, maar het is van alles. Vooral na optredens koop ik muziek. Maar ook via Bandcamp en als iemand mij iets stuurt, koop ik het als het mij bevalt. Het meeste wat ik koop, is free jazz uit de jaren zestig omdat ik nog steeds niet alles heb doorgespit. “
“Een groot nadeel van jazz uit die periode zijn de prijzen. Twee tientjes voor een tweedehands exemplaar, okay. Drie tientjes: nou vooruit. Toevallig staat nu deze plaat op en daar heb ik dan 100 euro voor betaald. Maar die maakte de serie compleet en is nergens te luisteren omdat hij in een zeer beperkte oplage is gemaakt en daarom zo duur. Maar dat is voor mij een uitzondering.”
Wat is de beste plaat die je hebt?
“Interstellar Space van John Coltrane. Dat is mijn favoriete plaat aller tijden.”
Heb je nog tips?
“The Body is een van mijn favoriete bands. Een Amerikaans duo. Het is doom-sludge: ongeveer het meest depressieve wat er in dit genre te doen is. Ik heb bij een paar van hun platen het probleem dat er dan weer niet op staat welk toerental de plaat afgedraaid moet worden. Denk je op een gegeven moment van ‘wacht eens even …’ Earth is ook een absolute aanrader. Die draai ik heel veel, maar dan alleen The Bees Made Honey In The Lion’s Skull uit 2008.”
Je hebt net The Body opgezet, maar is dit wel op de juiste snelheid??
“Haha, jawel.”.
Door: Erik Nijsten