Douze Points!

Eurovisie Songfestival: de oorsprong, de regels en de uitzonderingen

De pyjama aan, de haren nog nat van het douchen, een glas cola, een bakje chips en toastjes met gekookte eitjes met een toefje mayonaise. De televisie staat aan en terwijl de Europese sterren het beeld binnenvliegen klinken de tonen van de prelude van Te Deum gecomponeerd door Marc-Antoine Charpentier. Het Eurovisie Songfestival is begonnen.

Voor de een betekent dit een heerlijke avond genieten van een jaarlijks terugkerende spektakelstuk en voor een ander een reden om een hele avond Netflix te gaan kijken. Voor eenieder die wil weten waarom Israël en Kazachstan wel mee mogen doen en Liechtenstein niet, volgt nu een korte introductie over de oorsprong, de regels en de uitzonderingen.

De regels van het festival der festivals
In de jaren vijftig van de vorige eeuw werd de European Broadcasting Union (EBU) opgericht. Het doel was dat de aangesloten omroepen samen programma’s zouden uitzenden en opnemen. Deze samenwerking moest de Europese eenwording dichterbij brengen. Na de succesvolle gezamenlijke uitzending van de kroning van de Britse koningin Elizabeth in 1953 volgden er meer. Eén van die programma’s was het Eurovisie Songfestival in 1956.

De Zwitserse omroep kreeg de opdracht om rond de Dag van Europa op 6 mei het eerste Eurovisie Songfestival te organiseren. Het uitgangspunt van dit festival was:

‘een wedstrijd die beoogt de productie van oorspronkelijke, kwalitatief hoogstaande liedjes op het gebied van lichte muziek te stimuleren, door tekstschrijvers en componisten tot wederzijdse wedijver te prikkelen via een internationale vergelijking van hun werk.’

Op de eerste editie waren slechts zeven landen aanwezig: België, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland, de Bondsrepubliek Duitsland en Zwitserland. Nederland had de eer het allereerste lied ooit op het Songfestival te mogen brengen. Het was De Vogels Van Holland gezongen door Jetty Paerl. De winnaar was de Zwitserse inzending Refrain. De uiteindelijke klassering werd niet bekend gemaakt.

Van fouten leert men!
Het niet bekend maken van de eindklassering was een enorme fout. Deze en een aantal andere regels werden met de tweede editie dan ook snel aangepast. Zo werd er slechts één inzending per land toegelaten, was de stemming niet meer geheim en mocht men ook niet meer stemmen op de eigen inzending

De winnaar in 1957 is het nummer Net Als Toen van Corry Brokken. De derde editie van het songfestival wordt vervolgens door Nederland georganiseerd en zo ontstaat de traditie dat het winnende nummer het jaar erna het Eurovisie Songfestival mag organiseren. De belangrijkste elementen van het festival waren dus eind jaren vijftig van de vorige eeuw al aanwezig.

Eigen taal voor maximaal een trio volwassenen
Het zingen in de eigen moerstaal was de eerste jaren vanzelfsprekend. Het was echter een ongeschreven regel en deze werd in 1965 door de Zweed Ingvar Wixell verbroken door in het Engels te zingen. Na veel protest werd het een jaar erna de regel om in de eigen taal te zingen. In 1973 werd deze regel echter weer aan de kant geschoven om in 1977 weer van stal te worden gehaald tot 1999. Pas vanaf 1999 is het niet meer verplicht om in de eigen taal te zingen. Voor veel toeschouwers en fans is het zingen in de eigen taal toch een gemis. Liever een liedje in een onnavolgbare taal dan het soms steenkolenengels van sommige deelnemers.

Nadat in 1985 de dertienjarige Belgische Sandra Kim het Eurovisie Songfestival won, stuurde een aantal landen vervolgens ook jonge deelnemers. Het Israëlische jongetje Gili van twaalf en de Belgische Nathalie Paque van dertien. Vanaf 1990 moeten de artiesten minimaal 16 jaar oud zijn omdat de organisatie wel klaar was met deze kinderarbeid.

Een regel die in 1971 werd aangepast, was het aantal deelnemers op het podium. Lange tijd werden trio’s niet toegestaan. Wel mocht je als zanger of zangeres een aantal achtergrondzangeressen hebben. Maar popgroepen, dat was uit den boze. Vanaf 1971 werd deze regel echter opnieuw anders en mochten er maximaal zes mensen op het podium staan. Het eerste land dat hiervan profiteerde, was Zweden dat de meest succesvolle deelnemers ooit stuurde: Abba.

Egypte, Tunesië en Vaticaanstad: Het Nieuwe Europa
Een groot misverstand over het Eurovisie Songfestival is welke landen nu eigenlijk mogen deelnemen. Dit heeft namelijk niets met de politieke Europese Unie te maken of het Europese continent. Een land mag deelnemen als het is aangesloten bij de Europese Omroeporganisatie. Daarnaast moeten de omroepen het festival live uitzenden en een entreebedrag betalen. In totaal zijn er meer dan 50 landen lid van de Europese Omroeporganisatie waaronder landen als Azerbeidzjan en Wit-Rusland.

Niet alle landen hebben echter het recht om deel te nemen gebruikt. De landen Algerije, Vaticaanstad, Libië, Egypte en Tunesië zijn dan wel aangesloten bij de EBU, maar nog nooit aanwezig geweest op het podium van het Europese Songfestival. Maar zeg nooit nooit!

Een ander niet-Europees land, Libanon, wilde in 2005 deelnemen aan het songfestival met het nummer Quand Tout s’Enfuit van Aline Lahoud. Op het laatste moment trok Libanon zich alsnog terug omdat ze niet konden voldoen aan een van de reglementen van de EBU, namelijk dat alle deelnemende landen de optredens van ieder land moet uitzenden. Zowel in de halve finale als de finale. Volgens de Libanese wet was de EBU namelijk niet gerechtigd om de deelname van Israël uit te zenden en werd de inzending teruggetrokken.

De Australische vreemde eend
Sinds 2015 is er echter een nogal vreemde eend in het deelnemersveld: Australië. Vanwege de ligging van het land kunnen zij geen lid worden van de EBU. Daarvoor met je of lid zijn van de Raad van Europa of in een gebied ten noorden van de 30e breedtegraad en ten westen van de 40e lengtegraad liggen. Aan beide voorwaarden voldoet Australië niet.

Omdat sinds 1983 het land het Eurovisie Songfestival met groot succes uitzendt, werd besloten om Australië eenmaal toe te laten tot het festival. Maar het bleef niet bij die ene keer. Sinds 2015 staat er een Australische deelnemer op het podium en met respectievelijke noteringen op de 5e, 2e en 8e plek niet onverdienstelijk. Maar of de deelname nu gerechtvaardigd is, valt altijd weer over te twisten.

Bewust negeren of deelname kopen
Sommige landen, waaronder Denemarken en Nederland, hebben een aantal keren deelname aan zich voorbij laten gaan. Zo waren de Denen in 1967 en 1978 afwezig omdat enkele Deense ‘bazen’ het songfestival te commercieel vonden. Nederland deed in 1985 en 1991 niet mee omdat de finale op dodenherdenking werd georganiseerd.

Vanaf 2000 zijn Groot-Brittannië, Spanje, Duitsland en Frankrijk altijd verzekerd van een plek in de finale. Deze vier landen steken simpelweg het meeste geld in het festival en daarnaast wil de EUB de landen graag bij het festival houden. In Frankrijk en Spanje werd de belangstelling steeds minder en op deze manier is deelname verzekerd.

Foutje bedankt!
Eén land heeft zich ooit aangemeld met een lied maar werd uiteindelijk geweigerd. Niet omdat het lied niet goed genoeg was of te politiek. Liechtenstein heeft pas sinds augustus 2008 een eigen omroep, maar is nog steeds geen lid van de EBU. Wellicht dat dit wel op korte termijn gaat plaatsvinden omdat het land in 2019 graag wil meedoen in het kader van het 300-jarige bestaan.

De toekomst…
Uiteraard valt er nog heel veel meer te schrijven over het songfestival. Denk aan het politieke stemgedrag, de pakjes, de vreemde deelnemers en nog heel veel meer. Maar daar gaan we nog de nodige aandacht aan besteden. Voor nu kijken we vooral uit naar 12 mei 2018. Want wie gaat er dan met de winst vandoor? Wie zal het zeggen, maar gekeken wordt er. Sterker nog, dit jaar niet thuis maar in een café op een groot scherm. Voor vrienden en vreemden en wie er ook wil komen. Dus komt! Check alle informatie hier uit.

Door: Erik Nijsten