De platenkast van Sebastiaan van Bijlevelt

In de rubriek De Platenkast gaat Follow The Music op bezoek bij iemand uit de muziekscene om eens in zijn of haar platenkast te neuzen. In deze aflevering Sebastiaan van Bijlevelt, producent en muzikant.

Wat was de eerste plaat die je zelf kocht?
“Dat was Thriller van Michael Jackson. Dat is trouwens niet helemaal waar. De allereerste is een picture disk van The Jackson 5. Er zat ook een witte handschoen bij met van die glitters en een mooie poster. Zo heb ik Michael Jackson leren kennen en van mijn eerste geld heb ik toen Thriller gekocht. Het blijft ook nu nog een geweldige plaat.”

Welke muziek werd er bij jullie thuis gedraaid?
horrowitz“Ik ben met klassieke muziek opgevoed. Mijn vader luisterde naar hardcore klassieke muziek Vooral de romantische klassieke muziek, barokachtige stukken van Beethoven en Bach, dat soort dingen. Toen ik vijf was moest ik ook op pianoles. Moest. Uiteraard ben ik mijn ouders daar nu heel erg dankbaar voor, maar toen had ik daar helemaal geen zin in. Iedere week bracht mijn vader mij naar pianoles. Ik had toen een cassettebandje met de pianist Horowitz. Daar stonden stukken op van vooral Beethoven. Mijn moeder draaide vooral lichte muziek, mooi sfeervolle rustige muziek: Stan Getz, Liesbeth List. Maar Horowitz was mijn eerste held, mijn idool. Ik wilde zoals hij worden. Dat bandje met zijn muziek draaide ik echt helemaal grijs. Ik heb een oudere broer en zus en kreeg op een gegeven moment een platenspeler van mijn zus. In combinatie met allerlei singletjes van The Lion Sleeps Tonight, James Brown, Instant Funk, The Darts. Door mijn broer en zus ben ik op de popmuziektoer gegaan. Door mijn broer vooral ook op de jazztoer. Hij woonde op een gegeven moment in Maastricht en daar had je het Jazz Mecc. Daar nam hij mij mee naar toe. Dat was te gek. Mijn zus was helemaal gek van Mowtown.”

Boogiewoogie spelen met reumavingers
“Toen ik een jaar of twaalf was wilde ik geen pianoles meer. Ik kreeg les van zo’n oud vrouwtje. Zij had reuma en van die dikke vingers. Ze was klassiek georiënteerd, maar ik had een boogiewoogieboek gekocht en wilde dat spelen. Ik heb dat boek op een gegeven moment meegenomen naar de les. Met een lang gezicht zat er dus een oud vrouwtje met reumavingers boogiewoogie te spelen. Dat duurde een paar lessen en toen zei ze dat dit niet zou werken. Ik was toen ook in aanraking gekomen met de gitaar en ben toen op gitaarles gegaan. Mijn gitaarleraar van toen was helemaal gek van Tuck Andress, een jazz gitarist. Hij speelde een baslijn, akkoorden en een solopartij door elkaar heen. Weer iets later leerde ik op de middelbare school iemand kennen die gek was van blues. Lightin’ Hopkins en dat soort dingen. Toen ben ik daar blues mee gaan spelen, hij op mondharmonica en ik op gitaar. Nachtenlang. Ik had nooit het idee: laat ik eens naar een rockacademie gaan ofzo. Blues en jazz dat was echt de muziek voor mij. Het gaat mij vooral om het gevoel.”

JJ-Cale-Naturally-424898Is er een plaat waardoor je zelf muziek bent gaan maken?
“Omdat ik ben opgegroeid met klassieke muziek heb ik niet echt een specifieke plaat die mij echt heeft geïnspireerd om zelf muziek te gaan maken.”

Na een lange tijd komt Sebastiaan toch met een plaat die een omslag heeft teweeggebracht.

“Ik hing op een gegeven moment vaak ’s avonds rond in een huis bij een stel gasten die ik kende. Een van hen was een neef van mij. Die had op een middag een plaat gekocht. ’s Avonds draaide hij die. Ik was helemaal van de kaart.  Wat is dit? Alsof de lucht werd opgebroken en alles in een keer duidelijk werd. Het was Naturally van JJ Cale. Dat was echt een openbaring, zo van: oh zo kan het ook.”

Wat vind je de allerbeste plaat aller tijden?
“Ik zou iets zeggen van JJ Cale. Niet zozeer een specifieke plaat, want op elke plaat staan meestal echt geweldige nummers, maar dan ook net weer een paar missers. Hey Baby, Cherry, Call The Doctor, Rock ’n Roll Records dat zijn nummers die echt te gek zijn. Er is één nummer dat ik de laatste jaren weer vaak draai. Op de plaat Hisser van Howe Gelb staat het nummer Explore You. Die plaat en dat nummer zijn fantastisch. Ik luisterde Explore You laatst een paar keer achter elkaar en het is echt geweldig. Je hoort op dat nummer een pedal steel-speler. Het nummer klinkt alsof hij aan het uitproberen is wat hij zo dadelijk gaat spelen tijdens de echte opnamen. Neil Harry is die man. Ach Hisser is eigenlijk ook een van de beste platen. En de platen van Vic Chesnutt zijn ook geweldig.”

Het is allemaal niet zulke vrolijke muziek.
“Het zijn vooral mensen die allemaal hun eigen weg en richting hebben gekozen. JJ Cale mocht ooit op Bandstand, spelen. Dat was een programma op de Amerikaanse televisie. Hij ging zijn spullen uitladen, opbouwen, soundchecken. Toen kwam de productiemedewerker van het televisieprogramma eraan en vertelde hem dat het allemaal niet nodig was. Ze hoefde alleen maar te playbacken. JJ Cale schijnt toen gezegd te hebben dat ze het live precies zoals op de plaat konden spelen. Toen dat ook niet hoefde heeft JJ Cale zijn spullen gepakt en hebben ze het optreden niet gedaan. Het zijn muzikanten en die gaan niet playbacken.”

Heb je ook een schaamplaat oftewel een guilty pleasure?
Black Cat van Janet Jackson. Ik weet dat ik toen net begonnen was met het spelen op een electrische gitaar. In Black Cat zat zo’n gitaarlick in die heel vet is en die speelde ik dan ook. Net zoiets als Money for Nothing van Dire Straits of Paradise City van Guns ‘n’ Roses, dat zijn ook allebei van die iconische gitaarlicks.”

technoBuiten Janet Jackson zijn er nog een reeks platen die enorm opvallen in de platenverzameling van Sebastiaan. Dat zijn de grote hoeveelheid Techno platen. Hoe kom je daar aan?
“Ik heb een drive in show gehad op de middelbare school. Ik kon samen met een vriend van mij een drive in show van iemand overnemen. Speakers, slechte disco lampen, draaitafels alles zat er bij. De Drive In Show heette Star. Wij hebben toen overal een 2 achter gezet en wij waren dus Drive In Show Star 2. Wij draaiden op het jaarlijkse feest bij de tennisclub en op aantal afstudeerfeestjes van klasgenootjes. Ach, het stelde allemaal niet zo veel voor. Toen hebben wij bewust die techno of house platen gekocht. Dat kwam toen eind jaren tachtig begin jaren negentig net op. En ik luisterde toch ook naar allerlei soorten muziek en dus ook house en techno muziek. Dat vond ik echt tof.”

Heb je een bepaalde plaat of artiest waar je een hekel aan hebt?
“Ik heb een hekel aan muzikanten die alleen maar muziek maken om beroemd te zijn of in de picture te staan. Er zijn zoveel nummers en bands waar mij de haren van overeind komen te staan. Vooral als het niet oprecht is, dertien in een dozijn, waar een machine achter zit. Of van die technische muzikanten. Ik las laatst in een of ander blad een interview met Jan Akkerman die zei dat muziek gewoon een job is. Nou kan ik Jan Akkerman best waarderen, maar dat soort uitspraken slaan echt nergens op. Je zegt toch niet van muziek dat het gewoon een job is? Dat is zo’n verzuurde opmerking. Muziek is een kunstvorm!”

Wat is de laatste plaat die je zelf hebt gekocht?
“Ik heb laatst een documentaire gezien over een Belgische gitarist, Philip, Chet Baker en Art Pepper. Ik dacht dus dat die Philip ook op die plaat zou staan. Niet dus. Maar goed, die plaat heb ik het laatste gekocht.”

Heb je nog tips?
“Hisser van Howe Gelb. Alle platen van Vic Chesnutt, Lightnin’ Hopkins, Sonny Terry & Brownie McGhee, alle producties van producer Glyn Johns. Ga ook eens op zoek naar wat verschillende producers hebben geproduceerd, dan kom je ook op een onverwacht interessante weg uit. Of Dik Raaijmakers, Nederlandse pionier in de elektronische muziek. Dingen van de Nijmeegse componist Nico Huijbregts die vrije composities maakt. Niet de standaarddingen, maar muziek die de grenzen opzoekt. De gebroeders Baschet die waanzinnige geluidsinstallaties hebben gemaakt. Natuurlijk, Iggy Pop en David Bowie en zo vind ik ook echt geweldig, maar pak eens een willekeurige plaat en zet die eens een week op in plaats van dat je de plaat een keer luistert en dan weg klikt. Dan maakt het niet eens uit welke plaat het is. Dat je platen maar een keer luistert begrijp ik niet zo goed, tenzij het echt bagger is natuurlijk. Als je een plaat koopt, vind je bijvoorbeeld het tweede nummer het beste, maar het vijfde en achtste vond je minder. Maar als je die plaat dan vaker luistert snapte je die nummers ook ineens en komen ze binnen. Mensen moeten weer eens de tijd nemen om iets te doorgronden, met de terugkomst van vinyl heb ik het idee dat dat wel weer aan het gebeuren is.”

Door: Erik Nijsten